Databases worden verondersteld het laatste te zijn wat een onderneming overweegt te veranderen, maar de cloud brengt daar om verschillende redenen heel snel verandering in. Er zijn manieren om over het belang van data te praten, maar misschien is de eenvoudigste manier om na te gaan hoe we over data denken wel de analyse van de uitgaven aan data. Of nog beter, hoe sterk die uitgaven in de loop der jaren zijn geëvolueerd. Gartner schat bijvoorbeeld dat ondernemingen in 2017 38,6 miljard dollar aan databasemanagementsystemen spenderen. Vandaag is dat bedrag opgelopen tot net geen 80 miljard dollar, een ‘ongekende’ groei volgens Gartner-analist Merv Adrian.
De gegevens an sich zijn echter niet belangrijker geworden, al zijn ze altijd essentieel geweest. In plaats daarvan zijn gegevens “cloudier” geworden. Waarom is dat cruciaal?
Steeds onoverzichtelijkere gegevens
Hoe indrukwekkend de groei van databases ook is, volgens Adrian blijft het voornaamste databaseverhaal de enorme impact van de verschuiving van inkomsten naar de cloud. Clouddatabases zorgen nu voor 39,2 miljard dollar aan inkomsten, net niet de helft van alle database-uitgaven.
Dit is een relatief nieuw fenomeen, maar wel een met een grote blijvende kracht. De eenvoudigste manier om die bewering te visualiseren is een blik te werpen op de ‘DBMS-spaghetti’ van Gartner; deze mag niet worden verward met de Gartner Hype Cycle. De ‘DBMS spaghetti’ (zie bovenstaande afbeelding) is gewoon een bekende term, die gegeven wordt aan Gartner's visualisatie van databaserankings doorheen de tijd. Als we er rekening mee houden dat alle pure play cloud database-verkopers in lichtblauw aangeduid worden op de illustratie van Gartner - gepost door Gartner-analist Adam Ronthal – dan kan de consistente stijging sinds 2012 van clouddatabases eenvoudig worden waargenomen.
Wat naar omhoog en dan naar rechts, zoals ze zeggen.
In 2016 schreef Ronthal ‘[C]loud databases are on an absolute tear, with AWS, Microsoft and Google all set to benefit from this shift in enterprise spending from on-premises infrastructure to cloud.’ Deze vaststelling werd alleen maar meer concreter. Waarom? Omdat de gegevens van clouddatabases de consumenten en de makers van gegevens dichter bij elkaar brengen, terwijl ze het schalen van de onderliggende infrastructuur, die nodig is om ze aan te drijven, vereenvoudigen. Voeg daarbij een significante toename in het beheergemak en men bekomt een perfecte drie-eenheid, die de adoptie van clouddatabases bevordert.
Niet iedereen profiteert echter van dat feestje. Zoals Adrian van Gartner opmerkte, zakte Oracle in elk van de voorgaande opeenvolgende jaren een plaats. Hierdoor staat het qua totale database-inkomsten nu op de derde plaats achter koploper Microsoft (nr. 1) en AWS (dat op minieme afstand van Microsoft volgt). Google verdrievoudigde bijna de totale marktgroei en verdrong IBM en SAP van de vierde plaats.
In de cloud verandert alles
De cloud verandert dus alles. Sommige gevestigde leveranciers, bijvoorbeeld Microsoft, doorstonden de overgang naar de cloud goed. Andere gevestigde leveranciers niet. Normaal gesproken nemen veranderingen als deze tientallen jaren in beslag. De cloud comprimeert dramatische veranderingen echter in één enkel decennium.
