Industrialfairs News

Nieuws

Chinese productietechnologie? Not in my backyard – or is it?

24/04/2025

 

 

 

 

Deze keer gooien we het in Insightz even over een heel andere boeg. Ik gooi er graag ook een timestamp bij: we zijn vandaag 14 april, een ruime week na Liberation (of zeg maar Desperation) Day. U leest dit ten vroegste binnen anderhalve week. Dit is toch even noodzakelijk, want na een dolle tiendaagse met bipolair tarievengekeuvel op X en Truth Social (van 34 naar 84 naar 125% actueel) en een voorlopige pauze van 90 dagen voor de rest van de wereld, krijgt iedereen de impressie dat de economie op ramkoers richting het grote R-woord afstevent. Ondertussen doet Xi Jinping een charmeoffensief bij 3 regiogenoten,en kondigt Potus Donald een versoepeling aan voor tarieven op bepaalde elektronica. Ik verwijs voor de niet-ingewijden toch even naar een artikel anno 2024, dat ik op LI postte in tempore non suspecto:  ‘Waarom Chinese machines omnipresent zijn op europese machinebeurzen’.

 

 

Toevallig zitten we ook toevallig een drietal weken na een spraakmakende Machineering 2025 in Brussels Expo, waar de volledige maakwereld en machinebouwers samenkwamen. Traditioneel gaan Franc Coenen (Solutions & 3D Magazine) en mezelf (Industrialnews Monthly) tijdens de beurs op zoek naar wat al is, komt of enkel maar perceptie is. Deze keer landen we, net zoals op andere beurzen in Europa (Hannover Messe incluis) op de alomtegenwoordigheid van Aziatische (lees Chinese) merken, in dit geval in de wereld van metaalbewerking.

 

 

Two worlds apart

Op donderdag 27 maart organiseerden Franc en ik een kort interview met de directie van VAC Machines (Trumpf) en Revercon. Ontvangst gebeurde bij Karel Vincke (hierna KV) met een degelijke Italiaanse espresso en pasta, collega Reynvoet (hierna AR) opteerde dan weer voor Belgische kaaskroketten. Het lijkt op het eerste gezicht wat controversieel om een Belgisch invoerder van Duitse high-end plaatbewerkingsmachines (VAC Machines)  en een Belgisch verdeler (Revercon) van o.a. Aziatische verspaningsmachines aan 1 tafel te zetten. Maar beiden zijn ze even benieuwd naar elkaars inzichten.

 

TRUMPF-technologie behoeft weinig uitgebreide uitleg. Het bedrijf is vooral in Europa marktleider voor plaatbewerking, waaronder snijden, ponsen, plooien, laseren en metaal 3D-printen. AR van Revercon heeft meerdere merken onder zijn hoede, waaronder het merk Priminer (met hoofdzetel in Dongguan (Shenzen) en Hongkong), het Duitse Knuth en vroeger het  Duitse Schiess dat nu in Chinese handen is. In zijn carrière stond hij met de voeten in de salesmodder voor zowel Duitse, Japanse, Amerikaanse als Chinese bewerkingscentra. Hij heeft een diepgaand historisch inzicht in de evolutie van geo-lokale markten.

 

Over frezen, printen en multitasking (hybrid): die eierlegende Wollmilchsau

Vanuit het perspectief van zijn 3D print/Solutions Magazine peilt collega Coenen als appetizer naar de situatie in de sector van metaal 3D-printen. KV is heel voorzichtig in zijn prognoses, (Trumpf startte begin 2000 al met 3D-print) maar hij stelt dat AM voor echte productie de laatste jaren wat op zijn gat zit. Dat geldt minstens voor de gevestigde merken, zoals Renishaw, 3D Systems, SLM, etc. AR is minder bekend met additive en spreekt dus enige reserves uit. Maar hij onderschrijft de stelling dat de toenmalige overtuiging — vijf jaar geleden nog breed verkondigd, dat verspanen op zijn retour was en printen de toekomst vormde — intussen volledig is ingehaald door de realiteit. Het seriematig metaalprinten van complexe onderdelen zonder een verspanende postprocessing is technisch en ook economisch niet echt verdedigbaar.

 

 

Franc gaat de these aan dat deze hype inderdaad helemaal over is, maar dat steeds meer het bewustzijn groeit dat maakbedrijven op eigen houtje gaan zoeken naar businesscases waar additive manufacturing wél als best beschikbare technologie ingezet kan worden. Trouwens, controversieel is dat volgens laatste Wohlers- en AM Power-rapporten Asia Pacific een groeimarkt is voor AM en 35% van de geprinte componenten een afgewerkte component was. 80 % van de omzet werd vorig jaar gegenereerd door de top 10 van de fabrikanten en dit via laserpoederbed-depositie.

 

AM  is nu niet alleen groeiend in de wereld van complexe protheses (Materialise) maar ook steeds meer daar waar complexe, dure of kritische tools en onderdelen in heel kleine series – en met lange wachttijden – een businesscase geworden zijn. Deutsche Bahn bijvoorbeeld gaat bepaalde onderdelen voor treinstellen en het spoor uit noodzaak zelf gaan printen. Dergelijke onderdelen op voorraad nemen in grotere bestelde series is onbetaalbaar, dus is DB beter af met een onderdeel te printen wanneer daar de urgentie voor is.

 

KV verwijst binnen dit thema even naar een andere technologie in zijn sector: ‘tube laser’. Een 15-tal jaar was daar amper een business case voor, het stond te ver af van de toen geldende maakinzichten. Maar ondertussen vond de technologie haar weg, verbeterde ze zichzelf en werd ze ook meer betaalbaar. Bovendien adapteerde de jongere, technologisch geschoolde generatie de nodige inzichten op engineeringniveau. Hetzelfde geldt volgens KV voor 3D-printen. AR geeft aan dat het duidelijk is dat iedereen de consensus heeft dat nabewerking na het printen in veel gevallen onontbeerlijk is.

 

 

Daarop volgt uiteraard de vraag naar beide heren hun mening omtrent hybrid manufacturing, waarbij 1 machine zowel kan verspanen, laseren en printen. Beiden scanderen lachend en unaniem hetzelfde statement. Of uit de mond van KV : “Zoals de Duitsers zeggen: Die Eierlegende Wollmilchsau. Of meer concreet, net zoals de eieren van de kip, de wol van het schaap, de melk van de koe, en het vlees van het varken komt, is de ultieme droom van de mensheid om iets uit te vinden dat alles perfect kan. Maar dat is een utopie.”

 

“Alle gekheid op een stokje”, vervolgt AR “in mijn vorige carrière moest ik draai-freescombicenters aan de markt brengen. Ik stootte op heel wat tegenwind van de echte maakspecialisten. Op vandaag weten we allemaal dat we beter af zijn met een aparte draaibank, een aparte freesbank (meerdere spindels zijn aan het werk) en een goede robot daartussenin.”

 

KV pikt even in op hybrid in plaatwerk. ”Op een 3D-laser kunnen we de belangrijkste zaken, zoals de laserbron en de assen, voor verschillende toepassingen gebruiken, enkel door het vervangen van de optieken. Zo kunnen we naast het snijden ook laserlassen en/of lasermetaldepositie uitvoeren, een beetje zoals een Zwitsers mes.”

 

Een andere uitdaging bij hybrid manufacturing is niet alleen dat de machines enorm duur zijn, maar dat bijvoorbeeld dat de lange printtijd en de lange nabewerkingstijd achteraf in dezelfde machine eigenlijk vereist dat die machine voor 1 stuk de ganse week bezet is. Om andere bestellingen uit te voeren zijn er dus extra machines nodig. Productiviteitsmatig is dat in veel gevallen onverantwoord.  Dus, tenzij het over heel dure, complexe en unieke stukken gaat, moet je dit voorlopig laten varen, beaamt het duo.

 

Over de Chinese machinemodus en transparantie

We belanden uiteindelijk bij het topic Chinese machinetechnologie. Franc Coenen gaat ervan uit dat volgens verschillende bronnen die omzet mondiaal groeit en dat de performantie van deze machines ook steeds beter is.

 

Vanuit zijn historiek en de multi-brandaanpak neem AR even de lead. Hij neemt ons meet terug in de tijd. In 2014 had AR contact met de secretaris van de Chenyang-regering, tegelijkertijd ook de voorzitter van de Chenyang Machine Tool Group. Niet toevallig werd de vorige CEO van Mazak, Prof. H.c. Dr.-Ing. Ömer Sahin Ganiyusufoglu, actief bij het IDCA (Internationale Deutsch-Chinesisch Assoziation), die indertijd gelauwerd werd voor de Duits-Chinese samenwerking ook uitgenodigd op dat bezoek. Toen al werd duidelijk gemaakt dat China de ambitie had om de grootste machinebouwer te worden tegen 2025, vandaag dus.

 

 

“Alle middelen waren goed, ook overnames, zoals de verspaningstechnologie van Schiess bijvoorbeeld. De overnames van die niet-Chinese technologie werden gebruikt om vooral de verworven technologie intern te combineren – er was toen geen sprake van export – eerder van binnenlands gebruik van die geproduceerde machines. Er ontstonden ettelijke Duits-Chinese joint ventures”, oppert AR.

 

Anno 2018 maakte The Dragon de klik. Heel veel kleine, geprivatiseerde bedrijven begonnen machines te bouwen, met ook Duitse expertise en heel veel onderlinge kennisuitwisseling. In Priminer zit zowel Duits als Chinees privékapitaal (los van de subsidies natuurlijk). Waar vroeger bijvoorbeeld Korea, Taiwan en Japan de exportgangmakers in Asian Machinery vormden, wordt China dit nu meer en meer voor de Europese afzetmarkten.

 

“Cultureel gezien zit het niet echt in het DNA van Chinezen om rechtstreeks zaken te doen in Europa. Waar ze dit vroeger op eigen houtje probeerden — meestal zonder veel succes — kiezen ze tegenwoordig vaker voor allianties met Europese handelshuizen."

 

Risk Management en cultuurverschillen

Het probleem met Chinese technologie is de grote diversiteit in kwaliteit (van rommel tot echte high-endtechnologie), vervolgt AR. Het gevaar bestaat erin dat sommige handelshuizen minder kwalitatieve, goedkopere Chinese machines hier verkassen aan hoge marges. Dat draagt natuurlijk niet bij tot het goede imago van de hele sector. Er zou dus meer transparantie of kwaliteitsstandaarden moeten komen. AR beweert verder dat de service- en hersteldiensten ook steeds verbeteren.

 

KV pikt even in op zijn discipline. Hij nuanceert toch even enkele zaken. “Bij deze machines is de trend dat online monitoring en reacties via WeChat niet volstaan. In vele gevallen is ook fysische interventie nodig, en ook de levering van vervangingsonderdelen staat niet echt op punt. Als u op machines wilt rekenen die een hoge OEE, betrouwbaarheid en bezettingstijd hebben, moet u op uw leverancier kunnen rekenen. Dat is trouwens ook wat Carl Berlo van 24/7TailorSteel in één van onze vorige interviews benadrukte. Volgens hem vormde dit ook de reden waarom zijn machinepark enkel uit Europese machines bestond.

 

Volgens AR bieden de betere Chinese machines sturingen en componenten die weliswaar volledig compatibel zijn met de Westerse normen en is het dus een must, dat die hier lokaal voorradig zijn.

 

KV merkt op dat zijn klant dat anders bekijkt. “Investeerders willen dat de machine, de levensduur, de upgrades, de interventies en de opleiding gegarandeerd zijn. Tevens verlangen ze dat de leverancier ook binnen 10 jaar nog bestaat. Als KV zelf Chinese leveranciers bezoekt, merkt hij dat zij eerder snel vormgeven, lanceren en zo weinig mogelijk componenten en features als standpunt hebben. Duitse leveranciers stellen hun machines telkens in vraag en kijken hoe ze die nog meer betrouwbaar en inzetbaar kunnen maken.”

 

AR repliceert dat dit vanuit de standpunt van de business case en de klant bekeken moet worden.
“De gevestigde merken vertrekken vanuit hetzelfde standpunt als Haas en Mazak indertijd. Men moet een Europese hub bouwen met een competentie- en onderdelencenter ter plaatse. Als machineverdeler online gaan sourcen naar mogelijke Chinese machinemerken en die zo maar eventjes aanbieden hier in Europa, zonder de nodige garanties, dat is suïcidaal voor de leverancier en de klant”, verduidelijkt hij.

 

KV beaamt. “Er zijn nog te veel merken, vooral in het lasersegment, die gewoon hier ‘no matter what’ voet aan wal proberen te krijgen, zonder garanties van continuïteit, kwaliteit, service en onderdelengaranties. Die prijzen zijn soms natuurlijk belachelijk laag, daar kan je niet omheen.” Vincke kan zich perfect inbeelden dat iemand die de eisen qua zekerheid, veiligheid en continuïteit niet zo belangrijk vindt en de machine niet continu moeten gebruiken of geen strenge normen moeten halen, hier misschien wel oor naar kan hebben. “Wie continu en met de nodige zekerheden en afwerkingsmodaliteiten moet produceren, neemt dat risico liever niet.”

 

Een andere fout die veel Chinese fabrikanten maken, is dat ze hun machines zelf op de markt willen verkopen, langs de neus van hun Europese verdeler. Loyaliteit en exclusiviteit zijn  cruciaal om in een servicenetwerk te investeren. Als klant hebt u daar finaal ook niks mee gewonnen, want u weet niet wie uw volgende hulplijn wordt. Er is dus wel nog altijd een cultuurverschil waarop u in bepaalde gevallen moet letten.

 

KV stelt het even scherper. In zijn sector ziet hij een herhaling van een oud feuilleton. “Vroeger waren het de Turkse machines die de Benelux overspoelden. Ook daar zagen we hetzelfde probleem: spotgoedkoop, maar geen langetermijnvisie. Toen al besefte VAC Machines dat dit niet echt concurrentie voor de Trumpf-klant ging worden”. Nu de Turkse machines wat in de schaduw komen van Chinese concurrenten merkt hij dezelfde ontwikkeling op. Volgens KV kampen veel Chinese concurrenten echt met een veiligheidsprobleem. Europa heeft heel strenge veiligheidsvereisten in en rond een machine. Veel Chinese lasers zijn ronduit gevaarlijk (vermogen, afzuiging, laserbeveiliging en toegang tot bewegende delen). Weet dat de machinebouwer zelf zijn CE-keurmerk daarop plakt, echter bij plaatsing wordt die machine niet effectief gekeurd of de norm gehaald wordt.

 

Vincke duidt nog even een ander verschil tussen de werelden van verspanen en plaatbewerking. “In onze omgeving wordt niet alleen gesneden, maar ook nog eens geplooid, soms gelast en geprint. De klant rekent op een geïntegreerd ecosysteem binnen één merk, waar alles door dezelfde sturingen, protocollen, opleidingen, stukken en service wordt bediend.”

 

De voorspellingen van Alain Reynvoet (verspaning) en Karel Vincke ( plaatbewerking)

Onze twee interviewpartners krijgen de gelegenheid, om vanuit de heup, twee voorspellingen voor hun sector te geven.

 

 

AR :

  1. “China is een land dat anders denkt en ook in andere snelheden vordert. Ze zijn gewoon heel geruisloos, maar leren en schakelen supersnel. De vorige jaren had China met zijn eigen markt zoveel behoefte aan vernieuwing en capaciteit, dat ze niet naar de Europese markt keken. 95% van de machines bleven op hun continent. De interne economische groei, die normaal altijd 2-digits bedroeg, is vertraagd naar 6%. Dat drijft hen naar externe markten. Als de VS zijn eigen markten afschermt, dan komen er steeds meer aanbieders naar Europa.”
  2. “De Indische markt staat op heden waar de Chinezen zich 10 jaar geleden bevonden. Momenteel is de interne markt daar heel sterk. Maar de opleiding van Indiërs is nog veel hoger dan in China. Zet je dus maar schrap.”

 

 

KV :

  1. “Lasertechnologie wordt steeds polyvalenter en toegankelijker. Op termijn zal plasmasnijden wellicht plaatsmaken voor compatibele laseropties.”
  2. “Andere productietechnologieën, zoals buislaseren, laserlassen, en AM gaan door die laserontwikkelingen hun weg vinden. De nieuwste generatie jongeren leert nu nieuwe inzichten in vormgeving en productiemogelijkheden. Dat zal eerst traag maar gestaag, maar daarna plots exponentieel groeien.”

Dit interview toont toch nog maar eens aan dat geproclameerde trends, percepties en waarheden steeds vanuit verschillende invalshoeken moet bekeken worden. Het is duidelijk dat de wereld van verspanen en plaatbewerking heel andere ecosystemen zijn. Ik onthoud alvast dat de Chinezen heel snel bijleren, innoveren en vorderen. Daarnaast noteer ik dat klanten die hele hoge eisen stellen vooral zekerheden willen en aan riskmanagement willen doen in deze al onzekere tijden. Chinese machines zijn niet noodzakelijk altijd minder goed en ook daar heeft kwaliteit zijn prijs. Onze beide gesprekspartners zijn er het unaniem over eens dat het eierleggende wolmelkvarken nog steeds niet aan de orde is. Het zijn boeiende tijden, met boeiende ondernemers. Dank aan Franc, Alain en Karel.

Gerelateerd nieuws

Deze website gebruikt cookies om u een betere ervaring te bieden terwijl u deze site bezoekt. Meer info over cookies