Industrialfairs News

Nieuws

De evenwichtsoefening tussen technologie, industrie en maatschappij is een non-stop marathon

06/04/2022

Deze maal kleurt Industrialfairs Monthly even buiten de lijntjes. In plaats van face-to-face te sparren met de CEO van een productiebedrijf en te ontdekken hoe het zichzelf technologisch en businesswise heruitvindt, houden we even de vinger aan de pols bij een organisatie die spreekt voor meer dan 2.000 Belgische industriële en technologische bedrijven.

 

Bart Steukers, sinds april 2021 de nieuwe CEO van Agoria, knipoogt even boven zijn espresso, wanneer hij het woord Fabrimetal in de mond neemt. Daar begon het uiteraard allemaal mee, amper een jaar na het einde de Tweede Wereldoorlog. De naam was oorspronkelijk het uithangbord voor de metaalverwerkende nijverheid (Fédération des entreprises de l’industrie des fabrications métalliques). Ondertussen telt het huidige Agoria ruim 2.000 leden uit de maakindustrie, de digitale en de telecomsector. In totaliteit vertegenwoordigen deze sectoren met €130 miljard omzet in 2020, maar liefst 9% van de toegevoegde waarde van de privésector in België. Naast 320.000 directe jobs leveren ze ook evenveel indirecte banen op. Agoria is de grootste federatie binnen het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).

 

Bart heeft de diploma’s van Handelsingenieur en MBA op zak. Daarnaast staan IT- topjobs bij Unisys en IBM op zijn cv en is hij een gepassioneerd business angel nog voor hij de scepter van Marc Lambotte overnam. Hij is de inspirator van Be The Change, het project van Agoria over de toekomst van de arbeidsmarkt, en zetelt in de Raad van Bestuur van VDAB.

 

“Vele outsiders beseffen niet dat Agoria, naast de klassieke maakindustrie en machinebouw,  ook sectoren zoals telecom, aerospace, defensie, bouwtechnologie, etc in haar ledenbestand vertegenwoordigt. Daarnaast is het voor menig verrassend dat al deze diverse clubs allemaal met elkaar verbonden zijn door de 4 driverthema’s, die Agoria vooropstelt.

 

Finale missie : Improving quality of life

 

 

Je zou van een technologiefederatie misschien eerder een andere meer techno pay-off verwachten, maar in essentie is de boodschap dat technologie en industrie moeten bijdragen tot het maatschappelijk welzijn van iedereen. Die statement is de rode draad door het volledig portfolio aan dienstenverlening en acties. Agoria heeft drie proposities.

 

“In eerste instantie is dit belangenbehartiging van en dienstenverlening voor onze leden. Dit doen we door te onderhandelen in naam van onze leden en tegelijkertijd de omstandigheden te creëren  om succesvol te zijn. In dit geval moet dit altijd rijmen met onze hoofdmissie: ‘Improving Quality of Life’. In onze dienstenverlening, business development en kennisoverdracht gaan we extreem ver. Met een kwinkslag refereert Steukers naar het enige antwoord dat bij Agoria onaanvaardbaar is, wanneer een lid een vraag stelt: ‘wij weten het niet, maar we kennen wel iemand die het weet’. Businessdevelopment voor onze leden gaat heel ver. We zoeken mondiaal en proactief naar ontluikende markten of opportuniteiten om Belgische technologie te exporteren.

 

Ten tweede willen we iedereen (ook de jeugd, ouderen en politici) verbinden, die door technologie gepassioneerd is . Technologische ontwikkeling en de adaptie ervan kan alleen maar als je een dynamisch ecosysteem helpt bouwen, waar alle lagen doordrongen en geëngageerd zijn.

 

Tot slot willen we een steentje bijdragen aan een betere en welvarende maatschappij door zelf initiatieven te ondernemen om opleiding, tewerkstelling, jobcreatie, enzovoort te dynamiseren. “

 

4 Kernthema’s die alle leden onderling verbinden

Bart inventariseert even hoe alle verschillende subsectoren onlosmakelijk met elkaar interacteren. In eerste instantie is Agoria bezig met de arbeidsmarkt van morgen. De CEO verduidelijkt: “Agoria is bezig met de arbeidsmarkt van nu en vooral van morgen. We moeten weten welke vaardigheden iemand vandaag en in de toekomst nodig heeft om zijn job te doen. Dit valt onder ons actieplan ‘Be the Change’. We betrekken daar stakeholders als VDAB, FOREM, Actiris, de loopbaanfondsen,  technologisch onderwijs,… bij. Kortom, iedereen die morgen helpt ermee voor te zorgen dat de arbeidsmarkt competitief en gezond blijft. Belangrijke actiepunten daarbij zijn upskilling (zorgen dat iemand de nieuwe vaardigheden heeft om morgen aan het werk te blijven) en het motiveren van mensen tussen de 20 en 64 jaar, die nu niet tot de arbeidsreserve behoren of niet actief op zoek zijn naar werk (niet-werkende jongeren, langdurig zieken, moeders, gepensioneerden,...) Amper nog 1 op 2 mensen tussen 60 en 64 jaar is nog aan het werk. Anno 2022, vind ik vind dit onthutsend. Bij elk lid-bedrijf waar ik langskom, is de prioritaire vraag: ‘Help ons bij de war on talent’. We moeten echt in andere vijvers gaan vissen dan gewoonlijk. Het volstaat volgens mij niet om iedereen een opleiding te geven voor de huidige jobcriteria. We moeten we trajecten voorzien waar we de mensen de skills van morgen nu leren en dat niet enkel met klassieke fysische lessen, maar tevens online-trainingen, bootcamps, geanimeerde content, stages of het bezoeken van beurzen zoals Indumation.be ,waar wij mede-organisator zijn.”

 

“Ik vind het frappant te zien hoe de jobcriteria in jobposts, op bijvoorbeeld LinkedIn, veranderen. Vroeger lag de nadruk op zeg maar mechanische skills, het gedisciplineerd invullen van een proces, nauwkeurigheid, etc. Nu wordt onder andere vereist dat een machine-operator kan interveniëren als een sensor verkeerde indicaties vertoont, data interpreteert vanuit de machine naar cloud en terug, en met pragmatisch inzicht intervenieert als zich anomalieën voordoen. Het dogma ‘slimme machine, domme operator’ gaat dus zeker niet op. Integendeel, we moeten de operatoren die nu aan het werk zijn, upskillen en plaats vrijmaken in de arbeidsladder om dan voor andere mensen terug nieuwe werkopportuniteiten te creëren. Dat lijkt op papier allemaal evident, maar dat is het zeker niet altijd.”

 

“Puur economisch vind ik dat het verschil tussen werken en niet werken financieel en fiscaal opgelost moet worden. Verder moet de perceptie van mensen van 60 echt dringend veranderen. Net voor je 60 wordt, krijg je door allerlei banken, verzekeringen, media en je burgerprofiel proposals, die je erop wijzen dat je oud wordt en moet stoppen met werken. Erger nog, leeftijdsgenoten besmetten elkaar met hun mooie inzichten, hoe ze als vijftiger of zestiger vroeger gaan stoppen en van het leven gaan genieten. Je vraagt jezelf in deze situatie dan af waarom jij wel verder zou ploeteren.

 

Ik ben er rotsvast van overtuigd - want ik ben zelf bijna 60 jaar jong - dat je aan de slag moet blijven, omwille van je economische relevantie en vooral voor je fysische en mentale gezondheid. De beste remedie tegen dementie en oud worden, is professioneel actief blijven.

 

Tegelijkertijd moeten we de omgevingsfactoren, de  flexibiliteit, de jobinhoud, nieuwe jobtypes en het wettelijk kader (syndicaal) heruitvinden. Neem nu de vierdagenweek. Die bestaat eigenlijk al, maar momenteel is daar toch wat commotie rond. Hier moet iedere onderneming de vrijheid krijgen om te beslissen voor welk type job er op maat kan worden geschakeld. Ik ervaar persoonlijk dat, als ik langer dan 10 uur per dag werk, mijn focus vermindert. Ik mag dit dan wel leuk vinden om een extra dag verlof te winnen, maar ben ik dan nog wel veilig, productief en gezond bezig. Ook daar vind ik dat we sommige personen tegen zichzelf moeten beschermen.“

 

Digitale  transformatie van de industrie: eerder prioritair initiator dan enkel maar promotor

 

 

“Het tweede thema luidt digitale transformatie. We hebben heel veel digitale bedrijven die we zo dicht mogelijk bij onze leden-maakbedrijven willen krijgen. We matchen graag die aanbieders aan de leden die oplossingen zoeken. Factories of the Future, onze gestructureerde aanpak naar een succesvolle Industrie 4.0-transformatie, en de assessments daarrond zijn daar een belangrijke activator in. We zijn niet zomaar een infoloket of tussenpersoon – we hebben onze eigen apparaten, zoals Sirris om meer toegevoegde waarde te bieden door samen te onderzoeken waar de specifieke nood van een lidbedrijf zit. Tevens gaan we na hoe we vanuit de uitdaging de oplossing en het traject op gang trekken. Technologie is disruptief en nieuwe mogelijkheden evolueren exponentieel, zodat velen door de bomen het bos niet zien of niet weten, waar ze op lange termijn op moeten leunen om doordacht te transformeren. Industrie 4.0 en alle subthema’s zijn zo’n containerbegrip geworden dat het moeilijk wordt om keuzes te maken, laat staan prioriteiten vast te leggen. Het is precies daar - in het helpen nemen van de juiste beslissingen - dat het kader dat door Factories of the Future aangereikt wordt de bedrijven kan helpen. Het valt me trouwens op dat volledige big data-, AI-,  IoT - en sensorenhype nu nog maar pas in haar adaptatiefase zit en professioneel uitgerold wordt, onderbouwd met de nodige meetbare doelstellingen.”

 

Steukers plaatst de vinger op de wonde: “Cybersecurity voor industriële OT is mijns inziens de laggard. Iedereen is altijd bezig geweest om de standaard-IT van zijn bedrijf te beveiligen. De volledige OT -infrastructuur (sensoren, camera’s, sturingen, robots en machines), die nu in ijltempo geconnecteerd wordt met het internet en de cloud, is echter onderbeveiligd. De risico’s zijn fenomenaal. We werken met onder andere IC4 en andere partners om de sector hier bewust van te maken.”

 

Groene transformatie – geen plaats voor ons in het passagierszitje

De groene transformatie vormt thema drie, vervolgt onze gesprekspartner: “We willen als technologische industrie daar zelf driver zijn, in plaats van te ondergaan. Heel wat leden-bedrijven bieden technologie aan om de industrie duurzamer te maken. Een deel van onze opdracht is om mee te denken hoe duurzaamheid kunnen omzetten in een winstmodel, ook voor de investeerder. We moeten af van de perceptie dat bedrijven enkel deze kost maken als luxe om groener te lijken (greenwashing) en dat dit de winstgevendheid van een bedrijf aantast. Maar soms loopt de mens achter op de technologie. Signify bijvoorbeeld voorziet intelligente verlichting op fietspaden. De verlichting is voorzien van slimme sensoren, zodat enkel het licht aangaat daar waar trafiek langskomt. Als mens heb je de perceptie dat dit niet werkt, omdat je vanop verre afstand al verwacht dat alles zal verlicht worden. Onze attitude als mens is nog altijd niet voorzien op het feit dat daar een slimme logica achter zit. Wanneer we weten dat die fietspaden vroeger niet verlicht werden en we nu dit duurzaam comfort aangeboden krijgen, moeten we dit met alle macht omarmen.”

 

 

Maakindustrie2.0: over sexyness en zelfvertrouwen

Finaal, het vierde thema is de maakindustrie van morgen wel degelijk terug op de kaart te zetten. Iedereen kijkt enorm op naar hightech, chemie, haven en farma en weinigen hebben oog voor de zowel grote als kleine familiale ondernemingen, die nochtans op internationaal exportniveau gigantisch scoren. Iedere job die in de maakindustrie gecreëerd wordt, doet een extra job in de dienstensector ontstaan. Zowel de schoolgaande jeugd als de afgestudeerden beseffen te weinig, dat de maakindustrie het hart en de longen uitmaken van hoe we morgen tewerkstelling en groei gaan creëren voor alle ander sectoren.

 

 

“Er leeft jammer genoeg de verkeerde perceptie dat de maakindustrie saai en weinig sexy is, omdat het eindproduct en de internationale relevantie onbekend is. In de industrie worden vandaag de oplossingen ontworpen, ontwikkeld en gemaakt voor de maatschappelijke uitdagingen van morgen. We merken dat deze boodschap bij jongeren aanslaat. Industrie wordt door hen ervaren als een aantrekkelijke werkgever. Het imago van de industrie wordt met de dag waardevoller en relevanter. De sector moet dringend leren verhalen te vertellen, want er zitten heel mooie verhalen tussen, die de consument niet kent. Dat heeft bijvoorbeeld zijn impact bij rekrutering van jonge mensen of de relevantie voor beleidsmakers bijvoorbeeld. Met onder andere ManuMatters inspireren we het grotere publiek over welke Belgische maakbedrijven wereldwijd actief zijn in een resem van gekende merkproducten.

 

Uitdagende tijden, Agoria vindt zich constant opnieuw uit

 

 

Wat Agoria vandaag en morgen moet betekenen voor haar klanten (leden), is een evenwichtsoefening die constant opnieuw gemaakt wordt. Het is een eindeloze marathon en  een constante invraagstelling met alle leden, medewerkers en stakeholders. Bart Steukers inventariseert even wat Agoria wakker houdt:

 

 “In eerste instantie is onze opdracht om de competitiviteit en productiviteit van onze bedrijven te bewaken. We zitten in de driver’s seat of zijn minstens overlegpartner als het gaat over het wettelijk kader rond loonkosten, energie, opleiding, globalisering, duurzaamheid, onderzoek en ontwikkeling of subsidiëring. Verder zijn we actief betrokken in het oplossen van alle disrupties in de supplychain en de materialenschaarste (chips, hout, speciale metalen,...). Elke essentiële grondstof is vandaag of morgen potentieel schaars en bedreigt de expansie van onze bedrijven. We werken aan oplossingen aan zowel de toeleveringszijde als aan de verbruikerskant, want in de toekomst gaan we slimmer moeten omgaan met geringe grondstoffen.”

 

Ik vergelijk het verhaal van Steukers over de fragiele arbeidsmarkt als een marathonparcours, dat te weinig supporters heeft. Het oplossen van de krapte op de arbeidsmarkt en de grote kloof tussen werken en niet werken is een uitputtingsslag, die op verschillende fronten moet gevoerd worden.

 

“Persoonlijk wil ik in ons nieuwe zakenmodel prioriteit geven aan de internationale expansie van Agoria. 70 procent van onze nationale wetgeving wordt bepaald door Europese richtlijnen. Het lijkt me dan ook evident, dat wij meer dan alleen maar op nationaal niveau moeten spelen, maar een gewichtige overlegpartner moeten worden op Europees niveau. We willen een stap verder gaan om met internationale partners het pad naar progressie te bewandelen. Er bestaan bijvoorbeeld heel wat internationale innovatie -en relancebudgetten, die wij ook voor onze leden willen beschikbaar maken. Het businessmodel van Agoria stelt als gouden regel, dat we zelf nooit voor meer dan 15 procent van publieke funding afhankelijk willen zijn. We moeten onze toegevoegde waarde halen uit onze dienstenverlening en de groeiopportuniteiten voor onze leden. Agoria werkt in eerste instantie voor bedrijven, niet voor overheden. Maar die maatschappelijke achtergrond is voor ons wel essentieel“, stelt Bart.

 

Steukers filosofeert even verder: “Ik droom ervan dat ik onze leden kan beantwoorden voor ze de vraag zelf gaan stellen. Daarvoor moeten we de problematiek en opportuniteiten visionair en datagedreven onderzoeken en aanbieden, nog voor onze leden zich er zelf van bewust worden. Meer en meer wil ik van die .2000 leden exact weten wat hun prioriteiten en verwachtingen zijn, die we kunnen invullen. Dat is datagedreven maatwerk en zichzelf constant heruitvinden. Agoria gaat in die fase hypserscalen en mass customizen.”

 

De Marathon Man(ager) die in alle discretie eindeloos traint

Steukers, geboren in 1962, beweert niet sportief te zijn, maar ondertussen behoort hij wel tot de eerste 1.000 mensen wereldwijd die alle wereldmarathons volledig uitliep (World Marathon Majors). Voor hem is duurlopen de ultieme detox en tegelijkertijd de beste voorbereiding op de weerbaarheid en het geduld, dat je als leidinggevende moet hebben wanneer je lange veldslagen moet winnen.

 

Als puber was hij Crazy in Love met Blondie en Mylène Farmer, maar zijn muzikaal spectrum gaat van Mahler tot Arno. Verder trakteer je Bart best op een goed glas wijn en als het kan serveer je hem ‘blinde vinken op moeders wijze’. De CEO laat zijn slaap voor weinig, tenzij het over flagrante inbreuken gaat op kinderrechten.

 

Bart ziet zijn missie lang nog niet als volbracht. Integendeel, zijn grootste ambities voor Agoria zijn de internationale uitbouw, de verankering met relevante partners en een data-driven dienstenverlening, die voor ieder lid de juiste inzichten en oplossingen aanreikt. Verder ambieert hij om meer dames (ook met een migratie-achtergrond) op de werkvloer te krijgen. Hij is fier om samen met zijn Agorianen te mogen werken met de meest innovatieve tech- en maakbedrijven van België en dat mag best nog een tijdje voortduren.

 

Gerelateerd nieuws

Deze website gebruikt cookies om u een betere ervaring te bieden terwijl u deze site bezoekt. Meer info over cookies