Industrialfairs News

Nieuws

A CHIP, A BIT, A WAFER AND A BOARD… THAT’S THE WAY WE SPELL BRAINPORT!

21/12/2023

Auteur: Karl D’haveloose

 

 

 

 

A chip, a bit, a wafer and a board… that’s the way we spell Brainport!

 

Helemaal vanuit Kortrijk, met de reggaesound van Cocaine in my Brain (Dillinger) op de achtergrond, trotseren we de gebruikelijke files naar Eindhoven – dank aan Philip Reinders Folmer van Renishaw voor de introductie – om op de espresso te gaan bij John Blankendaal, Managing Director van Brainport Industries. Onze verwachtingen zijn hoog gespannen.

 

Wie Brainport (nog) niet kent, heeft vermoedelijk ook niet gehoord van ASML, ASMI, Philips, VDL, NXP, DAF en andere hoogtechnologische OEM-bedrijven, die vaak noteren in de Nederlandse DAX. Maar liefst 125 leden maken vandaag deel uit van het ecosysteem Brainport Industries, het hoogtechnologische cluster van toeleveranciers voor in eerste lijn 5 OEM’s die op minder dan 40 kilometer uit de buurt liggen. Daar bovenop komen nog eens 14 eerstelijnstoeleveranciers in een radius van 40 kilometer te liggen en zo maar even 320 als tweede- en derdelijnstoeleveranciers als je de VS erbij rekent.

 

De Nederlandse sector high-tech systems en materials (HTSM) in Brabant telt 15.560 individuele ondernemingen, goed voor zo maar even bijna 130.000 jobs (waarvan 34.000 in O&O), 81 miljard aan productiewaarde en meer dan 30 % Capex aan O&O.

 

 

We hebben toch enkele vragen aan John, ondanks het succes én de ambitieuze strategische roadmap, die je kunt online kunt raadplegen. We willen vooral weten wat de volgende stappen van Brainport Industries zijn, hoe er samengewerkt wordt – ook met Belgische onderzoekscentra – en vooral, wat wij eruit kunnen leren om de dynamiek van bijvoorbeeld de tech hubs die bestaan rond Kortrijk, Leuven, Louvain-la-Neuve, Genk,… te boosten.

 

Low volume – high mix & complexity excellentie

We polsen even hoe Q3 en Q4 verloopt voor de Nederlandse toeleveringsindustrie en machinebouw. Komen er grijze wolkjes boven de Nederlandse maakhemel of speelt het Goudlokje-scenario onverstoord. Blankendaal relativeert en nuanceert: “Ik ben van nature een optimist en mijn domein is eerder alles wat low volume, high mix en high complexity is. Maar zoals het er nu uitziet zitten we niet in een structurele neerwaartse cyclus. In het domein van high techsystemen en materialen (voor micro-electronica, digitalisering, medtech, duurzame energie en additive manufacturing), die heel wat ondersteuning van de Nederlandse overheid krijgt, zitten onze Nederlandse sterbedrijven met een globale aanwezigheid, behoren ze tot de top tien OEM’s in hun domein, en dit met een sterk internationaal gediversifieerde klantenportefeuille. Dat reduceert natuurlijk het risico voor meer regiogebonden downcycles zoals nu in Duitsland bijvoorbeeld. Maar ook de maakindustrie rond food, of aerospace en andere sectoren, zoals Lely en Van der Lande, doen het niet slecht.”

 

“De Nederlandse overheid en het ministerie van EZK hebben de laatste tien jaar zwaar ingezet op topsectoren (hightech systemen, materialen, logistiek, energie) en hebben een roadmapcomité dat de toekomst van die sectoren helpt uittekenen voor 2030.  Daartoe behoort onder andere het recente Groeifonds-initiatief dat subsidies toekent. Maar er is meer dan dat, het gaat bijvoorbeeld over het efficiënt mobiliseren van de juiste mensen, en het gezamenlijk samenwerken onderling èn met de kennisinstellingen.”

 

“Het concurrentievermogen van individuele bedrijven, OEM's en leveranciers wordt in hoge mate bepaald door de prestaties van de volledige waardeketen en het netwerk.” John stelt dus dat om concurrerend te blijven in een sterk internationaal speelveld samenwerking voor de hightech maakindustrie essentieel is.

 

We polsen toch even naar mogelijke addertjes onder het gras, zoals in België momenteel met het toekennen van milieu- en exploitatievergunningen (neos). Volgens Blankendaal kent Nederland weinig problemen met het toekennen van vergunningen. “Momenteel zijn vooral de stikstofdoelstellingen, de ontoereikende elektriciteitsinfrastructuur, te weinig woningen en het tekort aan gouden handjes de hete hangijzers”.

 

Tekort aan stroom en gouden handjes

We zijn niet alleen in België. Nu blijkt dat Elia onlangs meldde dat er in West-Vlaanderen geen mogelijkheid is om nog extra energie uit wind- en zonneparken op het grid te steken. Bovendien is er ook de commotie rond Ventilius. Ook Nederland kampt met een verouderde elektriciteitssnelweg. Gelukkig wordt regio Eindhoven als mainport, door de overheid als prioritair beschouwd om hier iets aan te doen.

 

Nog meer urgent is het mobiliseren van mensen naar deze regio. Voor de komende tien jaar moet een gat van 70.000 mensen aan technisch hoger opgeleide en operationele vakmensen worden gedicht. De verhouding van het tekort hoger opgeleide profielen tot mensen op de werkvloer is 1 op 5.  John rekent vooral op zij-instromers (komende uit andere sectoren), die kiezen om in de maakindustrie te gaan werken. Die moeten wel nog allemaal opnieuw opgeleid worden. Dat wordt geen sinecure, gezien er minstens evenveel tekorten zijn in zorg, logistiek, bouw en transport. Combineer dit met een lager geboortecijfer, vervroegd stoppen met werken… Blankendaal promoot ook het mobiliseren van kennismigranten uit het buitenland, maar dat is momenteel niet evident in het huidige maatschappelijke en politieke klimaat.

 

Over reshoring, nearshoring en globalisering

Brainports directeur verwijst naar ons vorige interview met de CEO van Flanders Make (zie nieuwsbrief november, nvdr). Volgens John valt het allemaal nog wel mee. Er is zeker sprake van versnelde re- en nearshoring, maar de globalisering stopt zeker niet. Integendeel. Maar deze globalisering gebeurt op een meer geraffineerde manier. Waar vroeger bedrijven slim solo beslisten om globaal te investeren in fabrieken dichter bij de klant of goedkopere arbeidsmarkt, is er nu een delocalisatie van complete ecosystemen, zeg maar volledige toeleverketens, die zich met vereende krachten in bepaalde geografische regio’s gaan vestigen. Het wordt een follow the customer oriented globalisering.

 

 

Er ontstaan over de ganse wereldbol gespecialiseerde hubs, zoals nu in Phoenix (Arizona), waar o.a. met Intel en TSMC, onder de Chips Act, een volledig ecosysteem van halgeleiderindustrie (kenniscentra, OEM’s, samen met toeleveranciers) uitbouwen. Dat zal ook zo zijn in Azië en India bijvoorbeeld. Met andere woorden, er zal niet meer overal van over de hele wereld, heen en weer worden gereisd met machines en systemen om iedereen te beleveren.

 

Kenniscentra, zoals Imec, machines van ASML en vele toeleverende maakbedrijven, pikken daar internationaal hun graantje van mee. Zonder hen lukt het gewoon niet. As we speak komt net het bericht binnengewaaid dat Imec een nieuwe vestiging opent naast Arizone Purdue University, waar ze samen onderzoek verrichten naar nieuwe materialen voor microchips.

 

Samen lachen, samen huilen

Sommigen beweren dat het ecosysteem rond monopolisten, zoals ASML, wel eens harde klappen zou kunnen krijgen als het plots wat minder hard gaat. Blankendaal countert dit. Semicon mag nu wel de grote aandacht krijgen als groeier, maar de volledige sector die draait op high mix, low volume en high complexity is veel ruimer dan dat. Er wordt zwaar ingezet op hoogtechnologische speerpunten, zoals aerospace, medtech en defensie bijvoorbeeld. Er is dus wel meer dan enkel chiptechnologie die de verdere expansie gaat stutten. Onze CEO is kordaat. “De globalisatie zal nu vorderen volgens een strategische en economisch goed overwogen model, door het clonen van volledige ecosystemen, zoals we dit hier hebben (en dat overstijgt voor alle duidelijk semicon, maar alles wat complexe hoogtechnologische productie is). Het clonen van dergelijke ecosystemen op globaal niveau kan alleen maar als je de interne competenties vanuit het ecosysteem mee hebt en dat is voor een externe partij heel moeilijk om te kopiëren.”

 

“Verder kan je economische neerwaartse cycli niet altijd counteren, maar je kan wel collectief als ecosysteem rond je OEM-kern solidaire afspraken maken voor als het wat heftiger wordt, dat heten we hier in Nederland ‘samen lachen – samen huilen’. Concreet gaat het vandaag niet meer om onderlinge concurrentie in dezelfde keten, maar eerder over concurrentie tussen verschillende ketens. Als je waardevol wil participeren aan de keten, dan moet je respecteren dat iedereen, ook je concurrent, daar deel van uitmaakt.”

 

 

Persoonlijk denk ik dat we hier als Belgen toch wel wat van onze Noorderburen kunnen leren. Dat is interactie en kennisoverdracht op ketenniveau en zich niet vastrijden in de strijd naar de beste brok, maar eerder samenwerken naar het optimaliseren van kansen, gecombineerd met de juiste distributie van middelen, expertise en mensen. In België krijg ik soms de indruk dat het credo eerder ‘alleen lachen – samen huilen’ is.

 

Concentreer je op je eigen expertise, en besteed andere competentie uit aan specialisten

Het ‘samen lachen/huilen’-credo geldt ook voor een OEM in medische technologie, zoals Philips. Ook hier volgt de maker van medische beeldtechnologie de keuze om haar O&O, expertise en eigen mensen in te schakelen daar waar zij het verschil maken. Randapparatuur wordt dan ontwikkeld en geproduceerd door andere competente spelers in de toeleverketen. Maar het gaat uiteraard verder: er worden daarvoor ook de nodige skills, data en expertise uitgewisseld onderling, om samen sterker met die OEM te groeien, begrijp ik uit de uitleg van John.

 

Iedereen welkom, onder voorwaarden. Aan kandidaten geen gebrek

“Bij Brainport Industries is iedereen welkom als lid, op voorwaarde uiteraard dat je in de primaire keten van hoogtechnologische systemen actief bent en mits de nodige afspraken rond interactie, innovatie en kennisoverdracht.”

 

Blankendaal legt het even verder uit. “Leden participeren samen in innovatieprojecten en productontwikkeling, die ze dan als totaaloplossing aan de eindklant voorleggen. Wie niet bijdraagt, valt er automatisch uit. Verder word je hier geen volwaardig lid, als je aanvraag niet ondersteund wordt door een gemotiveerd dossier wat je bijdrage aan de keten zal zijn, dit extra gevalideerd en getekend door 2 andere leden.

 

Gebouw 1 op de campus is voor 99 procent verhuurd. Ondertussen is het bestuur druk bezig met het voorleggen van het bestemmingsplan voor Gebouw 2 (het stedenbouwkundig ontwerp is al klaar). Uiterlijk 2027 zou een extra 50.000 m² (1e fase) van de voorziene 200.000 m² oppervlakte moeten klaar zijn om nieuwe leden te huisvesten.  Extra groei wordt vooral voorzien voor bedrijven uit kansrijke technologie zoals fotonica, en hernieuwbare energie.

 

 

Grenzeloos slimmer samenwerken (beter een goeie buur dan een verre vriend)

Brainport werkt over de grenzen actief samen met oa. Imec, Flanders Make en Sirris maar ook in ruimere context met Spanje en Duitsland voor bijvoorbeeld Smartfactory.eu (I.4.0 samenwerkingen), Interreg Focusproject (België-Nederland), of op Europees niveau met DIMOFAC (digital modular factories).

 

Op de vraag hoe het nog beter kan, antwoordt John filosofisch. “Beter een goeie buur dan een verre vriend. De samenwerking met België verloopt steeds vlotter. Het schoentje wringt hem in de meeste gevallen bij het beter afstemmen van grensoverschrijdende subsidie-afspraken, waar criteria maar ook de timing van betalingen niet altijd synchroon zijn. Soms lopen samenwerkingen met Belgische en Nederlandse onderzoekscentra spaak omdat er op het juiste moment niet door beiden de juiste bedragen op tafel komen.”

 

Ook op bedrijfsniveau onderling, tussen bedrijven in dezelfde waardeketen, vindt Blankendaal dat er over de grenzen heen vooral slimmer moet samengewerkt worden. Er moet geschakeld worden van klassiek uitbesteden naar ondernemend samenwerken. Er is nog iets te veel individualisme, waardoor de keten zo kwetsbaar wordt als de zwakste schakel.

 

Blankendaal: van documentalist (informatiedetective) tot evangelist

De 62-jarige Ram heeft beide horens goed gehard, dit in meerdere disciplines.  Hij combineerde zijn studies documentalist met marketing, maar ook later met masterclasses, zoals AI en Business Strategy aan MIT. Hij wordt bibliothecaris-documentalist voor een adviesbureau voor informatica en organisatie. (Voor de agnosten, een documentalist is gespecialiseerd in het verzamelen van de cruciale documentatie, om onderzoekers (wetenschappelijk of technisch) te ondersteunen). Daarna wordt hij businessanalist, waar hij businessdevelopment en nieuwe technologische opportuniteiten gaat onderzoeken, gecombineerd met het zoeken naar puzzelbedrijven, die eventueel via fusie en overname sneller tot de eindmissie kunnen leiden.

 

 

De kunst van het verzamelen en doorlichten van cruciale informatie en de drang om te pionieren, brengt John tot zijn eerste stappen in de maakindustrie en alles wat daar in ademt, groeit en bloeit. Op vandaag doet hij voor Brainport nog altijd hetzelfde, cruciale informatie verzamelen, doorlichten, en als puzzelstukken op elkaar laten passen om zowel technologisch, economisch, maatschappelijk een groeiscenario uit te dokteren voor het volgende Brainport Industries.

 

John is – samen met zijn echtgenote – gepassioneerd hiker en golfer, zowel in Nederland als daar buiten. Verder deelt hij zijn BBQ-skills op The Bastard (Kamado) met iedere vriend, die zijn gerechten kan appreciëren.

 

Blankendaal blijft bij zijn finale credo: samen lachen, samen huilen, dit met wederzijds respect en dialoog tussen bedrijven, mensen op de werkvloer en in familieverband. Het is de enige manier om op lange termijn bergen te beklimmen en dalen te doorkruisen, om in het hikersjargon te blijven.

 

Gerelateerd nieuws

Deze website gebruikt cookies om u een betere ervaring te bieden terwijl u deze site bezoekt. Meer info over cookies